De reis begint nadat Henoch wordt bezocht door twee "buitengewoon grote" mannen, wier "gezichten als de zon schenen" en wiens ogen "als een vlam waren" (II En 1,6). Na afscheid te hebben genomen van zijn familie, wordt Henoch aanvankelijk door mannen naar de eerste hemel op zijn vleugels gebracht, die "helderder dan goud" waren (II En 3). Elk van de hemelen heeft een speciale functie.